I - Algemene Informatie

Artikel 1.1 - Gebied

1. Het wetboek van Noorderwijk Roleplay is verder afgekort naar NRP. NRP is voor alle gevallen die beschreven zijn, en als aanvulling nog het Nederlands Recht van toepassing.

2. Het NRP heeft alleen een werkend effect op de stad, de wateren en het luchtruim van Noorderwijk.

Artikel 1.2 - Geldigheid

1. Wanneer er een verandering plaatsvindt in het wetboek na het tijdstip waarop er een feit begaan is, wordt er voor de verdachte de gunstigste bepaling toegepast.

2. Binnen Noorderwijk Roleplay worden minderjarige burgers op dezelfde manier behandeld als volwassenen. Dit betekent dat er geen onderscheid wordt gemaakt bij bepalingen, straffen en andere dergelijke tussen minderjarige en volwassen spelers. Het jeugdstrafrecht is in Noorderwijk Roleplay niet van toepassing.

Artikel 1.3 - Straf Bepalen

1. Straffen zijn per artikel bepaald. Hieronder vallen de volgende categorieën:

   • Waarschuwingen

   • Boetes

   • Rijontzeggingen

   • Inbeslagnames

   • Taakstraffen

   • Celstraffen

2. Een straf kan nooit hoger zijn dan wat een artikel aangeeft.

3. Een straf kan wel zwaarder worden mocht het om een recidive (herhaling van het strafbare feit) gaan.

4. Als er meerdere slachtoffers van een geweldsdelict zijn, dan wordt er voor elk slachtoffer 10% van de straf bij de eindstraf toegevoegd. Bij 2 slachtoffers is de strafverhoging 10%.

5. Er is een maximum celstraf van 80 maanden. Als verdachte meer dan 80 maanden in de gevangenis zal moeten zitten, komt er per maand extra € 750,- euro boete bovenop.

6. Een straf kan verlaagd worden door omstandigheden. Zoals fout handelen van een ambtenaar in functie of meewerken zonder weerstand te bieden.

7. Een straf kan deels of helemaal weggehaald worden door een (hulp)officier van justitie.

Artikel 1.4 - Strafblad

1. Als een persoon veroordeeld is voor een strafbaar feit waar een celstraf en/of taakstraf van toepassing is, zal een

strafblad uitgeschreven worden.

1. Een strafblad verjaard volgens artikel 5.

2. Wanneer er een nieuw misdrijf wordt gepleegd, wordt de tijd teruggezet naar de datum van de laatste celstraf. Dit is alleen als het nieuwe strafblad langer zal blijven staan dan het huidige strafblad.

Artikel 1.5 - Verjaring van het strafblad

1. Het recht van een strafblad vervalt door verjaring:

   • Voor misdrijven waar de totale straf tussen de 1 en 25 maanden is, verjaart dit feit na 7 dagen nadat de straf is uitgeschreven.

   • Voor misdrijven waar de totale straf tussen de 26 en 50 maanden is, verjaart dit feit na 14 dagen dat de straf is uitgeschreven.

   • Voor misdrijven waar de totale straf tussen de 51 en 75 maanden is, verjaart dit feit na 21 dagen nadat de straf is uitgeschreven.

   • Voor misdrijven waar de totale straf tussen de 76 en 100 maanden is, verjaart dit feit na 31 dagen

nadat de straf is uitgeschreven.

• • Voor misdrijven waar de totale straf 100 maanden of hoger is, verjaart dit feit na 45 dagen nadat de straf is uitgeschreven.

Artikel 1.6 - Verduidelijking en algemene aanvulling

1. Onder goederen kan worden verstaan alles wat tussen twee personen kan worden uitgewisseld

   1. Alles wat in de inventaris gevonden kan worden.

   2. Alles wat in de voertuigen gevonden kan worden.

2. Onderzoeken naar in beslag genomen goederen, duren maximaal drie (3) dagen, tenzij anders aangegeven.

   1. Na de 3 dagen als er geen bewijs gevonden is, moet de overheid verplicht tot het teruggeven van de onderzochte goederen overgaan tenzij anders aangegeven.

   2. Een Officier van Justitie kan een onderzoek te allen tijde verlengen

3. Ambtenaren in functie van de overheid hebben vrijstelling van sommige wetten. Dit is besloten zodat zij hun functie kunnen uitvoeren. Ze worden hiervoor niet vervolgd of aangeklaagd.

4. Strafbare feiten zijn overtredingen en misdrijven. Hieronder valt alles wat in dit wetboek verwerkt is.

Artikel 1.7 - Inbeslagname

1. Als er een strafbaar feit is gepleegd met goederen, of wanneer goederen uit een strafbaar feit zijn verkregen, worden deze in beslag genomen.

   1. De keuze voor inbeslagname is ter beoordeling van Politie.

   2. In beslag genomen goederen moeten volgens de richtlijnen van de politie gaan.

2. Als een voertuig in beslag wordt genomen vanwege een strafbaar feit:

   1. Kan deze maximaal zeven (7) dagen worden vastgehouden voor onderzoek.

   2. Nadat bewijs is verzameld van een strafbaar feit, kan het voertuig uitgekocht worden. Hier kan een

prijskaartje aan zitten.

• 1. Wanneer er een voertuig uit het water gehaald moet worden, wordt een toevoeging van 25% extra op het standaard uitkoopbedrag gedaan.

  2. Voertuigen kunnen kosteloos worden teruggegeven (na onderzoek indien nodig). Als er niet is bewezen dat het gebruikt is voor het plegen van een misdrijf of verkregen zijn door een misdrijf.

  3. Als het voertuig opgegeven is als gestolen, voor de tijd dat het misdrijf is gepleegd. Zal deze kosteloos worden teruggegeven. Als gestolen opgeven kan door middel van aangifte bij een ambtenaar in functie van Politie.

  4. Wanneer er genoeg bewijs is van het strafbare feit, en de eigenaar daarvan overleden is. Dan zal het voertuig ook uitgekocht moeten worden volgens de normale regels.

1. Geldige redenen voor inbeslagname zijn:

   1. Het plegen van een strafbaar feit uit het wetboek van NRP waarbij de goederen direct of indirect betrokken zijn, met uitzondering op lid E en F van dit artikel.

   2. Niet stoppen voor stopteken gegeven door middel van een stopteken of lichten en/of geluidssignalen.

   3. Niet luisteren naar (verkeers)aanwijzing van ambtenaar in functie.

   4. Snelheidsovertreding van meer dan 100% van de maximumsnelheid.

   5. Fout parkeren op een gevaarlijke plek.

   6. Met een WOK status rijden op de openbare weg

2. Alle bovenstaande leden gelden ook voor motorvoertuigen, boten, helikopters en vliegtuigen.

3. Meerdere notities voor het vliegen zonder vliegbrevet zullen het vliegtuig of de helikopter in beslag genomen worden.

4. Bij het terugkopen van een voertuig kan de eigenaar van het voertuig te allen tijde rekenen op het standaard uitkoopbedrag van € 7500,-. Hierover zal hij of zij een extra boete kunnen ontvangen die staat op het strafbare feit waarvoor het voertuig in beslag is genomen.

Artikel 1.8 - Openstaande boetes

1. Wanneer er een staandehouding of aanhouding plaatsvindt. En het totaalbedrag van de openstaande boetes boven de € 10.000,- is, wordt er verplicht te betalen volgens dit artikel zoals aangegeven bij staat bij lid 2.

   1. Wanneer dit bij het opvragen van in beslag genomen goederen of voertuigen plaatsvindt kan worden bepaald dat je eerst het boetebedrag moet voldoen.

   2. Wanneer dit tijdens een onderzoek van een misdrijf of een crimineel feit plaatsvindt kan hiervoor een

hogere boete of taakstraf worden opgelegd.

• 1. De hoogte van deze boete, taakstraf en/of celstraf wordt bepaald door de Officier van Justitie.

  2. Deze boete of taakstraf en/of celstraf wordt toegevoegd aan de totale straf.

1. Als een ambtenaar in functie jou aantreft met een openstaand boetebedrag van boven de € 10.000,- kan er verplicht worden een deel van de boetes te betalen totdat dit bedrag weer onder de € 10.000,- komt. Mocht iemand hier niet toe in staat zijn kan er overgegaan worden op aanhouding (hulp)officier van justitie zal de uiteindelijke straf bepalen.

Artikel 1.9 - Medeplichtigheid en medeplegen

1. Als medeplichtigen van een strafbaar feit worden gestraft:

   1. Expres behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf.

   2. Expres gelegenheid, middelen of inlichtingen geven voor het plegen van het misdrijf.

2. Er is pas sprake van medeplichtigheid als de verdachte behulpzaam is geweest bij het plegen van het strafbare feit van een ander persoon. Bij medeplichtigheid is de rol van de medeplichtige kleiner dan die van de hoofdverdachte.

3. Bij medeplichtigheid aan een strafbaar feit wordt de straf met 25% verminderd.

4. Bovenstaande leden gelden pas wanneer de hoofdverdachte is aangehouden.

5. Als medeplichtigen kunnen aantonen dat zij door giften, beloften, misbruik van macht, geweld, bedreiging of misleiding meegeholpen hebben aan het strafbare feit, en hier vervolgens ook voldoende bewijs voor geleverd kan worden. Zal de verdachte worden vrijgelaten

6. Er is sprake van medeplegen indien twee of meer personen samen een strafbaar feit plegen, waarbij er bewuste samenwerking tot stand is gekomen.

7. Daders en medeplichtigen van een strafbaar feit worden gestraft volgens het artikel dat daarbij hoort.

8. Als er onduidelijkheid is over medeplegen of medeplichtigheid tijdens een misdrijf dan kan een (Hulp)Officier van Justitie of een rechter hierover een oordeel geven waaraan vervolgens voldaan moet worden.